Borstvoeding is de beste start voor een pasgeborene. Als het geven van borstvoeding niet mogelijk is, moet worden gekozen voor de één na beste oplossing, namelijk hoogwaardige kunstvoeding.
Uitgangspunten bij het geven van kunstvoeding:
- zolang een baby is aangewezen op kunstvoeding en het geen, of niet uitsluitend, borstvoeding krijgt, moet zuigelingenvoeding (aanvullend) worden gegeven;
- de voedingstijden en de hoeveelheden kunstvoeding is afgestemd op de behoefte van de zuigeling. Dit gebeurt in overleg met de verloskundige of later met Jeugdgezondheidszorg;
- bij de bereiding van kunstvoeding is aandacht voor het te gebruiken water, de dosering en de hygiëne van belang;
- bij het geven van kunstvoeding zijn het lichaamscontact en de persoonlijke aandacht van belang voor het goed verlopen van de voedingen en de lichamelijke en psychologische ontwikkeling van de zuigeling.